De gemeente verleende in mei 2023 een omgevingsvergunning voor het bouwen van 23 tijdelijke woningen voor de duur van 15 jaar. De woningen zijn bedoeld als uitwijklocatie voor bewoners die tijdelijk hun huurwoning moeten verlaten, onder andere in verband met renovatie of herstructurering. De tijdelijke woningen waren ook bedoeld voor personen met een directe woonvraag zoals spoedzoekers en statushouders. Een buurtbewoner was het niet eens met de komst van de tijdelijke woningen en stelde beroep in bij de rechtbank.
Verkeersonderzoek voldoende
De rechtbank concludeert dat het verkeersonderzoek uit 2018 dat door het college is gebruikt voldoende is. De buurtbewoner toonde niet aan dat de door hem genoemde ontwikkelingen een effect hebben op het aantal verkeersbewegingen bij hem in de straat sinds 2018, daarom kan dat onderzoek wel gebruikt worden. Omdat die straat een weg is waarop nu 2.900 verkeersbewegingen per dag plaatsvinden, en er door dit project maar 143 bijkomen, blijft dit aantal ruim binnen de marge van maximaal 5 duizend verkeersbewegingen per dag.
Volgens de buurtbewoner zou het extra verkeer invloed hebben op zijn woon- en leefomgeving. De rechtbank gaat hier niet in mee en oordeelt dat het college terecht geen onderzoek over de geluidsbelasting op de woning van de buurtbewoner heeft uitgevoerd omdat zijn woning 300 meter van het plangebied af ligt.
Geen direct omwonende
Tot slot overweegt de rechtbank dat het besluit voldoende zorgvuldig is voorbereid omdat de buurtbewoner de mogelijkheid had een zienswijze in te dienen tegen het ontwerpbesluit. De vergunninghouder hoefde de buurtbewoner niet bij de voorbereiding te betrekken omdat hij geen direct omwonende is.