DEN BOSCH - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 63-jarige directeur van een vakantieparkketen in Nederland en België veroordeeld tot een gevangenisstraf van één jaar, waarvan een half jaar voorwaardelijk. Het bedrijf pleegde onder zijn leiding belastingfraude door ten minste vijf jaar lang bewust een geldstroom buiten de administratie te houden. Zijn dochter en ex-vrouw krijgen voor hun betrokkenheid een voorwaardelijke celstraf van een half jaar. Daarnaast krijgt zijn dochter de maximale taakstraf van 240 uur en zijn ex-vrouw een taakstraf van 180 uur. Het bedrijf krijgt een voorwaardelijke geldboete van 250.000 euro.


De Belastingdienst startte in december 2016 een boekenonderzoek bij de vakantieparkketen. Daaruit kwam naar voren dat er binnen het bedrijf een geldstroom moest zijn die niet in de administratie zichtbaar was, niet bekend was bij de eigen accountant en die ook niet was opgegeven bij de Belastingdienst. De Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) ontdekte vervolgens dat het bedrijf tussen januari 2014 en mei 2019 een werkwijze had om een specifieke soort verhuur buiten het reserverings- en boekingssysteem te houden en contant te laten afrekenen. Het ging om verhuur van langere duur, voor permanente bewoning, niet als recreatief verblijf. Dit werd aangeduid als 'sociale huur' en de huurders werden binnen de organisatie aangeduid als 'ranger'.

Verhuur aan rangers was alleen toegestaan met toestemming van de directeur, waarna zijn dochter de blokkering van accommodaties op de verschillende vakantieparken vastlegde in het reserveringssysteem en deze na einde van de verhuur ook weer verwijderde. Rangers moesten de huur contant betalen. Het contante geld werd door de parkbeheerders in een envelop gedaan en afgegeven op het hoofdkantoor of opgehaald door onder meer de directeur. Dit soort huurders werd ook niet geregistreerd in het nachtregister op de parken, of als dat wel gebeurde, werd de registratie daarna vernietigd. Daarnaast bleek dat de urenregistratie en urenbriefjes van een bepaald soort medewerkers, de ‘buitenlandse Europese medewerkers’, in opdracht van het hoofdkantoor moesten worden vernietigd.


Dit betekent dat ten minste vijf jaar lang bewust een geldstroom buiten de administratie is gehouden, die niet in de belastingheffing is betrokken en waardoor te weinig belasting is betaald. Dit komt neer op fiscale fraude. Daarnaast deed de directeur over het jaar 2017 niet op tijd aangifte vennootschapsbelasting en over het jaar 2018 deed hij dat helemaal niet.


Cijfers eigen kant op buigen

Er is sprake van langdurig kwalijk en laakbaar handelen. Het niet registreren in de administratie van de zogenaamde sociale verhuur aan rangers was een georganiseerd, structureel onderdeel van de bedrijfsvoering. Het gebeurde in alle onderdelen, van het hoofdkantoor tot de vakantieparken. Ook het buiten zicht houden van de daaraan verbonden ‘zwarte omzet’ was een structurele tekortkoming in de administratie. Administratieve stukken als notities, nachtregisters en urenlijsten van werknemers werden niet opgemaakt of vernietigd.


Op deze manier was het mogelijk een aanzienlijke omzet uit de verhuur aan rangers buiten beeld te houden. Ook is deze omzet vervolgens gebruikt voor bijvoorbeeld loonbetalingen aan werknemers, betalingen die ook niet adequaat werden verantwoord en waarover dan ook geen loonheffing afgedragen werd. Er was binnen de organisatie sprake van een administratieve cultuur waarin het verdoezelen van gegevens als een geëigend middel werd gezien om de cijfers ‘de eigen kant op te buigen’.


Belastingnadeel van ruim half miljoen euro

Het is lastig te berekenen welk bedrag door de organisatie te weinig aan belasting is betaald. Immers, het voeren van een gebrekkige administratie maakt het lastig om vast te stellen hoeveel geld er in werkelijkheid aan inkomsten is verkregen. De FIOD becijferde dat de vermoedelijk niet in de administratie opgenomen omzet een bedrag van ruim 1,3 miljoen euro is. Volgens de Belastingdienst er is met de rangerverhuur vermoedelijk ruim 7,8 miljoen euro verdiend. Bovendien zijn er aanwijzingen dat rangerverhuur met blokkeringen in het systeem al voor januari 2014 gebeurde. Als wordt uitgegaan van de voorzichtige telling, is sprake van ruim een half miljoen euro te weinig betaalde belasting.


Directeur

De directeur vormde de allesbepalende en aansturende kracht achter de fraude. Zijn toestemming was nodig om rangers te mogen plaatsen in een accommodatie. Als er te weinig aanvragen voor sociale verhuur waren, stelde hij voor eens een advertentie ‘in een ander krantje’ te zetten. De directeur heeft veel medewerkers, onder wie zijn dochter en ex-vrouw, al die jaren meegenomen in dit kwalijke handelen, dat kennelijk voor hem als vanzelfsprekend gold.



Dochter

De dochter had een grote rol bij het buiten de boeken houden van de rangerverhuur. Zo instrueerde zij de parken over de nieuwe afspraken tot het plaatsen van rangers. Ook verwerkte zij de blokkeringen in het reserveringssysteem, waarvoor zij als het aanspreekpunt gold voor iedereen binnen de organisatie. Hierbij gaf zij uitvoering aan een systeem om bewust contant geld buiten de administratie te krijgen en te houden. Zonder deze ondersteunende rol had het systeem niet kunnen functioneren.


Ex-vrouw

De ex-vrouw was verantwoordelijk voor de administratie op alle parken en het hele bedrijf. Zij verwerkte in haar rol het contant geld. Juist voor haar was zichtbaar dat buiten de geëigende contante geldstromen van bingo, fietsverhuur of horeca, een deel van het contante geld niet, of op een andere manier, werd verwerkt binnen de organisatie. Immers, er waren enveloppen met geld die bij haar terechtkwamen en die zij niet verwerkte, maar gewoon doorgaf zonder vragen te stellen. Zij was bekend met de verhuur aan rangers en de blokkeringen in het reserveringssysteem. Mede door haar handelen is ervoor gezorgd dat de administratie op belangrijke onderdelen een onvolledig beeld geeft.


Celstraffen, taakstraffen en boete, geen beroepsverbod

Bij het bepalen van de straffen houdt de rechtbank er rekening mee dat de redelijke termijn waarbinnen het Openbaar Ministerie deze zaak inhoudelijk voor de rechter had moeten brengen, met bijna drie jaar is overschreden. Daarnaast kreeg de directeur forse fiscale boetes opgelegd. Dit alles maakt dat de rechtbank voor de directeur tot een gevangenisstraf komt van één jaar. Daarvan legt de rechtbank een half jaar voorwaardelijk op, om hem ervan te weerhouden opnieuw in de fout te gaan. De rechtbank ziet geen aanleiding om de directeur een beroepsverbod van twee jaar op te leggen. Daarbij weegt mee dat hij niet eerder is veroordeeld voor belastingfraude. Ook zette hij zijn vakantieparken niet in om alleen maar criminele inkomsten te genereren en strafbare feiten te plegen.


De dochter en ex-vrouw krijgen taakstraffen van respectievelijk 240 en 180 uur. Ook aan hen legt de rechtbank een voorwaardelijke celstraf van een half jaar op om te voorkomen dat zij nieuwe strafbare feiten plegen. Het bedrijf krijgt een voorwaardelijke geldboete van 250.000 euro. De bijna 250.000 euro aan contanten die in het kader van het onderzoek in beslag zijn genomen, krijgt het bedrijf niet terug.