DEN BOSCH - De rechtbank Oost-Brabant heeft een 25-jarige man uit ’s-Hertogenbosch veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Hij gooide twee keer kokend water over zijn partner heen waardoor zij ernstige brandwonden opliep.


De verdachte kreeg in mei 2020 ruzie met zijn partner. Hij liep vervolgens naar de keuken, vulde de waterkoker en goot tot twee keer toe kokend water over de vrouw. Op het moment dat de verdachte de waterkoker opnieuw wilde vullen, zag het slachtoffer kans het huis uit te komen en te vluchten. Ze liep ernstige brandwonden op aan haar benen, armen en rug. De rechtbank kwalificeert dit als (een dubbele) zware mishandeling.

Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat het slachtoffer ernstig gewond raakte. Brandwonden zijn vreselijk pijnlijk. Het slachtoffer moet dan ook onvoorstelbaar veel pijn hebben gehad tijdens de mishandelingen, tijdens de vlucht naar het huis van haar vriendin en tijdens de periode dat zij in het ziekenhuis lag. Daarnaast zal zij zeer ontsierende littekens overhouden aan de gebeurtenis. Alleen al hierdoor zal de vrouw steeds weer aan deze gruwelijke nacht worden herinnerd. Ook weegt mee dat het destijds 4-jarige dochtertje van de verdachte en het slachtoffer getuige was van de mishandelingen. Zij werd op enig moment wakker en zag dat haar moeder bang was en door haar vader met kokend water werd overgoten. Dit moet een buitengewoon traumatische ervaring zijn geweest. Het meisje moest na deze gebeurtenis ook een aantal maanden bij een pleeggezin wonen. Hiermee manipuleerde de verdachte zijn partner. Uit telefoontaps blijkt dat hij zijn partner instrueerde te zeggen dat hij onschuldig was, onder andere omdat hun dochtertje anders niet meer zou thuiskomen.

Al met al vindt de rechtbank een lange celstraf op zijn plaats. Om herhaling te voorkomen, legt de rechtbank een deel van die straf voorwaardelijk op en koppelt daaraan enkele bijzondere voorwaarden. Zo moet de verdachte na zijn vrijlating verplicht meewerken aan onderzoek en een eventuele behandeling door een kliniek. Ook mag hij na zijn vrijlating niet direct contact hebben met zijn vrouw en dochter, maar moet hij afspraken maken over een bezoekregeling met hen.