Op 2 augustus 2023 werd een vrouw aangetroffen in een bushokje in het Brabantse Helvoirt. Zij was verward en gaf aan te zijn mishandeld door verdachte. In de woning waar dit was gebeurd vond de politie diverse verdovende middelen, waaronder ketamine, GHB en amfetamine. Verdachte ontkent de mishandeling en de vrijheidsberoving. De verwondingen van de vrouw ondersteunen echter haar verklaring. Uit een Whatsapp-gesprek tussen verdachte en aangeefster van ongeveer een maand hiervoor blijkt bovendien dat iets dergelijks al eerder was voorgevallen. En ook in die situatie mocht ze het huis niet uit.
Een week later, op 10 augustus is verdachte onder invloed van onder meer alcohol, in de auto gestapt. Meerdere getuigen zagen hem met veel te hoge snelheid rijden. Uit de verkeersanalyse blijkt dat hij rond de 120 km per uur reed waar 80 km per uur, verderop zelfs maar 60 km per uur, is toegestaan. Hij zag de fietser volledig over het hoofd. De fietser zelf, als hij de auto al heeft gezien, had volgens het OM niet kunnen inschatten dat deze auto minstens twee keer de toegestane snelheid reed. Na het ongeval stapte verdachte uit, liep om de auto heen en keek naar het slachtoffer. Hij stapte vervolgens weer in en reed met hoge snelheid tegen een boom. Een poging om ook een einde aan zijn eigen leven te maken, zo verklaarde hij zelf.
Verdachte kampt met stoornissen waaronder PTSS. Deskundigen adviseren om bij de strafeis rekening te houden met verminderde toerekeningsvatbaarheid. Het OM volgt dat advies, maar de officier van justitie benadrukte wel dat dit niets afdoet aan de ernst van de feiten: ”Deze verdachte heeft intens leed veroorzaakt. Nabestaanden van de overledene hebben dat tijdens de zitting, aangrijpend onder woorden gebracht. En de mishandelde vrouw, zijn ex-vriendin, heeft letterlijk doodsangsten uitgestaan.”
Voor wat betreft het ongeval verwijt het OM verdachte roekeloos rijgedrag, de zwaarste vorm van schuld. Hij heeft na het ongeval het slachtoffer aan zijn lot overgelaten. Verdachte is in juni 2023 ook al veroordeeld voor rijden onder invloed. De officier van justitie stelde dat ondanks de verminderde ontoerekeningsvatbaarheid, een gevangenisstraf op zijn plaats is. De proeftijd voor het voorwaardelijke deel is vijf jaar in plaats van meestal geëiste drie jaar.