Van 2013 tot 2018 waren de verdachten betrokken bij meer dan 60 aanrijdingen. De toedracht van de botsingen waren steeds hetzelfde. Ze vonden telkens plaats op een druk parkeerterrein van bijvoorbeeld een winkelcentrum of een industrieterrein en de verdachten reden steeds vlak langs uitparkerende auto’s, waarna die auto’s met hen in botsing kwamen. In alle gevallen waren de verdachten de benadeelde partij en kregen zij van verzekeringsmaatschappijen schadebedragen uitgekeerd.
De zaak kwam aan het rollen toen verzekeringsmaatschappij ASR in 2018 zag dat er in een korte periode drie schademeldingen door de verdachten werden ingediend. Na onderzoek deed ASR begin 2019 aangifte van oplichting. Vervolgens volgde aangifte door Inshared, HEMA-verzekeringen en ZLM verzekeringen.
Vanwege het aantal aanrijdingen waarbij de verdachten betrokken waren, deed het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) onderzoek naar de kans dat het hierbij om toeval zou gaan. Volgens het NFI is het minstens één miljoen keer waarschijnlijker dat er een systematische oorzaak is dan dat het daadwerkelijk om toeval gaat. Ook het Verbond van Verzekeraars deed onderzoek en concludeerde dat de aanrijdingen moeten zijn ontstaan door andere oorzaken dan toeval.
Opzettelijk veroorzaakt
De rechtbank neemt de conclusies van het NFI en het Verbond van Verzekeraars over. De verklaring van de verdachten dat het ‘pure pech’ is dat zij bij zoveel aanrijdingen betrokken waren, acht de rechtbank niet aannemelijk.
De hoeveelheid aanrijdingen waarbij de verdachten benadeelden waren, in combinatie met de overeenkomsten in toedracht en de verklaringen van getuigen, in samenhang met de conclusies van het NFI en het Verbond van Verzekeraars, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat het niet anders kan dan dat de verdachten de aanrijdingen opzettelijk veroorzaakten.
Daarmee maakten de verdachten zich gedurende een zeer lange periode schuldig aan oplichting van meerdere verzekeringsmaatschappijen. Op geraffineerde wijze hebben ze meerdere verzekeraars om de tuin geleid. Ze kwamen telkens expres in botsing, maar wisten dat door hun manier van handelen te maskeren, waardoor ze uiteindelijk als slachtoffer van de aanrijding hun schade konden claimen.
Ernstig ondermijnd
De verdachten hebben gehandeld uit puur winstbejag. Zij hebben met hun handelen het verzekeringsstelsel ernstig ondermijnd. Zij benadeelden niet alleen verzekeraars voor grote bedragen, de door hen geleden schade wordt uiteindelijk ook aan de overige verzekerden doorberekend, bijvoorbeeld door een verhoging van de premies. Bovendien heeft het handelen van de verdachten financiële gevolgen voor de directe betrokkenen van de aanrijdingen, bijvoorbeeld door het verlies van een no-claim korting. Dit nog los van de nare ervaring die het hebben van een aanrijding toch al is.
Al met al legt de rechtbank aan beide verdachten dezelfde gevangenisstraf op van 8 maanden waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Naast de celstraf moeten zij schadevergoedingen betalen.