DEN BOSCH - Het is zondagmiddag als via de meldkamer een melding binnenkomt dat een man in de Otto Copesstraat in ’s-Hertogenbosch met een vuurwapen staat te zwaaien. Die melding zet de agenten meteen op scherp. De zware vesten gaan aan en de adrenaline stroomt door het lichaam. Eenmaal ter plaatse zien agenten vier mannen. Onduidelijk is op dat moment wie van de mannen het waargenomen vuurwapen op zak heeft.
Onverwachte reactie
De mannen worden door de collega’s aangesproken en al snel wordt de sfeer grimmig. Dan sluit een andere man, die uit een woning komt aanlopen, zich aan bij de groep mannen. Vanwege de nog altijd aanwezige dreiging van een vuurwapen, houden collega’s de groep mannen onder schot. Dan reageert één man uit de groep totaal onverwachts door met twee handen naar zijn broeksband te grijpen alsof hij een wapen wil trekken.
Eén van de agenten lost een waarschuwingsschot in de lucht, zoals de procedure voorschrijft. Pas dan besluiten betrokkenen om – nog steeds onder verbaal protest – medewerking te verlenen. De mannen worden een voor een gefouilleerd en bij een man wordt het vuurwapen gevonden. Althans… een nep-vuurwapen. Een vuurwapen dat met het blote oog niet van echt te onderscheiden is. Vooral niet vanaf een afstand.
De 4 mannen zijn aangehouden en zijn zondagavond vrijgelaten. De man die het wapen op zak had krijgt op korte termijn van het OM te horen hoe de zaak wordt afgedaan.
Impact bij de agenten
Een incident zoals dit heeft veel impact op de betrokken collega’s. Collega J.: “Bij zo’n melding sta je meteen ‘aan’, waarbij je hartslag meteen de hoogte in vliegt. We hadden te maken met verdachten die niet mee wilden werken en geëmotioneerde omstanders waar je ook zorg voor hebt. Ik ben blij dat ik de juiste keuze maakte en ik terug kon grijpen op mijn training en dat mijn waarschuwingsschot voldoende was om medewerking af te dwingen. Maar dit had heel anders kunnen aflopen. Dat realiseer ik mij en dat doet wel iets met me.”
Een andere collega geeft dat hij heel dicht bij de beslissing stond om gericht te schieten.: “De verdachte bleef maar in de weerstand gaan, ook nadat hij op de grond lag. Ik vraag me af waarom hij dit risico wilde lopen. Die vraag overheerst nu, een paar dagen, later bij mij.”
Warning: dit kan gebeuren als jij een (nep)vuurwapen op zak hebt
Het is levensgevaarlijk om een (nep)vuurwapen bij je te hebben. Om te beginnen zijn (nep)vuurwapens op straat en in andere publieke ruimtes verboden. Als je je (nep)vuurwapen wel mee op straat neemt en de politie kan niet zien of het echt of nep is, dan zet de politie een speciale procedure in. Dat heet de BenaderingsTechniek Gevaarlijke Verdachten (BTGV). Dit is gevaarlijk voor jou en ook nog eens heel eng.
Hoe werkt die procedure?
De politie zet een BTGV in als zij denkt dat iemand een vuurwapen heeft. Dat gaat als volgt:
1. De politie treft een verdachte aan met een (nep)vuurwapen. Of de politie krijgt een melding dat iemand met een vuurwapen loopt;
2. De politie benadert deze verdachte met hun eigen vuurwapens gericht en geladen;
3. Agenten geven de verdachte een mondelinge waarschuwing, bijvoorbeeld: "Als je naar je wapen grijpt, wordt er geschoten";
4. Als de verdachte niet luistert naar de waarschuwing dan lost de politie een waarschuwingsschot. Dit is een schot in de lucht (niet gericht op de verdachte);
5. Als de verdachte dan nog niet luistert, dan schiet de politie gericht op de verdachte. Uiteraard kan het per situatie verschillen hoe gehandeld wordt door de politie, maar dit is de algemene procedure.
Kortom: een nepvuurwapen op zak hebben kan dus letterlijk levensgevaarlijk uitpakken.