De verdachte trof de bewuste avond op een terras in het centrum van haar dorp een jonge vrouw met wie zij al enige tijd ruzie had. Op het plein voor het terras escaleerde de situatie: de schoonzus van de vrouw sloeg de verdachte in het gezicht. De verdachte gaf op haar beurt een vuistslag op de neus van de schoonzus. Ook gaf ze de vrouw een klap tegen haar oor en schopte haar. De vrouw belde daarop haar broer en vertelde over de ruzie tussen haar, zijn vriendin en de verdachte.
Binnen een paar minuten kwam de broer met piepende banden het plein op rijden. De verdachte zat inmiddels weer met haar vriendin op het terras. De man rende het terras op, baande zich een weg naar de verdachte en gaf haar vriendin een harde duw waardoor zij achterover van haar stoel viel. Een medewerker van het eetcafé probeerde de man vervolgens weg te trekken, maar hij rukte zich los en ging op de verdachte af.
De verdachte stond op dat moment met een vleesmes van het eetcafé in de hand. Op camerabeelden is te zien dat de man naar haar uithaalde en daarbij zijn lichaam ver voorover boog, richting de verdachte. De verdachte viel achteruit op de bank en hield haar handen tijdens die val in een afwerende beweging naar voren. Daarbij ging het mes in de borstkas van de man. Hij liep het terras af en overleed in een nabij gelegen café.
Geen doodslag
Volgens het Openbaar Ministerie ging het weliswaar om doodslag, maar was er sprake van zelfverdediging en daarom zou de verdachte moeten worden ontslagen van alle rechtsvervolging. De rechtbank concludeert echter dat er geen sprake was van doodslag. Op de beelden is namelijk niet te zien dat de verdachte het slachtoffer bewust heeft gestoken, in die zin dat zij een stekende beweging maakte met het mes. Ook getuigen hebben dit niet gezien. Terwijl ze naar achteren viel, maakte ze juist een afwerende beweging om haar aanvaller op afstand te houden. Pas toen de verdachte bloed op het mes zag zitten, realiseerde zij zich dat de man was geraakt.
Daarbij speelt mee dat alles razendsnel ging. Er zaten slechts 12 seconden tussen het moment dat de man het terras opkwam en het moment waarop hij wegliep. Daarnaast was de verdachte erg bang en had zij geen tijd om na te denken; ze handelde in een reflex.
Ook geen dood door schuld omdat sprake was van zelfverdediging
De verdachte wordt ook vrijgesproken van dood door schuld. Uit de beelden en verklaringen blijkt dat de man in alle staten was en dat hij op de verdachte en haar vriendin kwam afgestormd. Getuigen omschreven hem als 'angstaanjagend', zagen bij hem 'doelgerichte en laaiende agressie' en zagen hoe hij het terras 'als een bezetene' op kwam. Hij gooide hierbij bloembakken, een wijnkoeler en een stoel omver. Vervolgens gooide hij de vriendin van de verdachte met kracht van haar stoel af en richtte daarna zijn woede op de verdachte.
De rechtbank kwalificeert dit als een noodweersituatie en daarin mocht de verdachte zichzelf verdedigen. Ze heeft dit binnen de toegestane grenzen gedaan. Dit betekent dat haar in strafrechtelijke zin geen verwijt kan worden gemaakt en dat ze wordt vrijgesproken.
Mishandelingen
De rechtbank veroordeelt de verdachte wél voor het mishandelen van de vriendin en de zus van het slachtoffer, vlak vóór het dodelijke incident. Volgens de advocaat van de verdachte was er ook in dit geval sprake van zelfverdediging. Dit ziet de rechtbank anders. De verdachte zocht zelf de confrontatie met de vrouwen op, terwijl zij er naar eigen zeggen op dat moment al rekening mee hield dat er mogelijk gevochten zou gaan worden. De verdachte had er ook voor kunnen kiezen om niet naar het plein te lopen of om weg te gaan. Ze koos er echter voor om zelf de situatie op te zoeken. Het beroep op zelfverdediging gaat daarom niet op.
Eerdere veroordeling
De verdachte was 17 jaar toen ze de vrouwen mishandelde. Daarom is het jeugdstrafrecht op haar van toepassing. Dat betekent dat veel belang wordt gehecht aan wat een straf betekent voor de persoonlijke ontwikkeling van de verdachte. Ook wordt veel meer rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden. In dit geval weegt de rechtbank mee dat de verdachte slechts enkele weken voor de bewuste avond in maart 2022 voor een ander geweldsdelict is veroordeeld. Daarnaast was de vechtpartij op een openbare plek waar op dat moment veel mensen waren. Voor omstanders kan dit een heftige ervaring zijn geweest.
De rechtbank vindt een werkstraf van 120 uur, waarvan de helft voorwaardelijk, op zijn plaats. Daaraan koppelt de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden. Zo krijgt de verdachte tijdens haar proeftijd van 2 jaar een meldplicht bij de jeugdreclassering, moet ze terug naar school of zoeken naar een andere vorm van dagbesteding en moet ze zo nodig meewerken aan traumabehandeling.