Op oudejaarsdag 2018 wachtte de 22-jarige man het latere slachtoffer op bij zijn woning. Eerder zou de man cocaïne via hem hebben gekocht, maar hij voelde zich opgelicht. Er ontstond ruzie tussen de mannen en het slachtoffer liep de brandgang in, waarbij de man hem volgde. Het slachtoffer heeft hem toen een klap gegeven. Toen het slachtoffer zich van de man wegdraaide en weg wilde lopen werd hij van achter meerdere malen in zijn rug en in zijn nek gestoken. Het slachtoffer verdedigde zich, maar de 22-jarige man zag toch kans om hem ook nog in zijn enkel te steken.
Nadat dit alles zich had afgespeeld, ging de verdachte naar het huis van zijn vriendin. Hij heeft zich daar gedoucht, is vervolgens vuurwerk gaan afsteken, en heeft tussendoor het mes waar hij het slachtoffer mee had gestoken schoongemaakt en verstopt. Een dag later werd hij aangehouden.
Geen sprake van noodweer
De man beriep zich op noodweer, omdat het slachtoffer hem eerst had geslagen en vervolgens hem zou hebben aangevallen met een mes. Het hof vindt de verklaring van de man dat hij door het slachtoffer werd aangevallen met een mes ongeloofwaardig.
Uit de verwondingen van het slachtoffer kan worden opgemaakt dat hij met zijn rug naar de man toe stond. Er was voor de man daarom geen sprake van een situatie waarin hij genoodzaakt was zichzelf te verdedigen. Het hof stelt daarom dat er geen sprake is van noodweer en evenmin van noodweerexces.
Hogere straf
Het hof vindt dat de man schuldig is aan poging tot doodslag en drugsbezit. Volgens het hof mag de man van geluk spreken dat het slachtoffer niet ernstiger gewond is geraakt of zelfs is overleden. In het nadeel van de man heeft het hof meegewogen dat hij is gevlucht na het steekincident en het mes heeft proberen te verstoppen. Ook liep de man tijdens de steekpartij nog in een proeftijd van een ander geweldsdelict.
Het hof komt daarom tot een hogere gevangenisstraf dan de rechtbank en legt de man 40 maanden gevangenisstraf op, met aftrek van de tijd die de man al heeft vastgezeten. De straf is hetzelfde als de eis van het Openbaar Ministerie in hoger beroep.
De man moet daarnaast ook een schadevergoeding van ruim 2.000 euro betalen aan het slachtoffer.