Op 1 februari 2019 vertrok de moeder met haar dochter naar Litouwen. Vader had hen toestemming gegeven om daar een maand te verblijven. De moeder kwam op de afgesproken datum niet meer terug naar Nederland. Intussen had zij haar dochter uitgeschreven in Nederland en ingeschreven in Litouwen, en haar ook aangemeld bij een plaatselijke kinderopvang. Dit alles zonder te overleggen met de vader van het destijds 2-jarige meisje. Het meisje verblijft tot op de dag vandaag in Litouwen.
Vooropgezet plan
Volgens het hof is de vrouw met een vooropgezet plan naar Litouwen vertrokken om niet meer terug te komen. Dat blijkt onder andere uit het feit dat de vrouw haar dochter in de maand dat ze – met toestemming – in Litouwen verbleef haar dochter al uitschreef en uit berichtenverkeer met de vader.
Hogere straf
Door haar handelen heeft de vrouw het de vader onmogelijk gemaakt om zijn taak als vader uit te voeren. Ook in hoger beroep leek zij niet de ernst van haar handelen in te zien. Het hof is van oordeel dat de straf die door het OM werd geëist – een gevangenisstraf van 24 maanden waarvan 20 maanden voorwaardelijk – onvoldoende recht doet aan de feiten. Daarom legt het hof de vrouw een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan twee jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar op.