BUSSUM/HEDEL - ‘Een terreurcampagne van een ernst, schaal en duur die zijn weerga in Nederland niet kent.’ Met deze woorden kenschetste de officier van justitie de verdenkingen tegen een 37-jarige man uit Bussum. Hij stond deze week terecht voor het afpersen en bedreigen van de directie van een fruitbedrijf uit Hedel. Ook is hij volgens het OM het brein achter een serie aanslagen met vuurwerkbommen en het beschieten van woningen van (ex-) medewerkers van het bedrijf. Hiervoor is een gevangenisstraf van 26 jaar en 7 maanden – het strafmaximum - passend en geboden.
De afpersing van het fruitbedrijf, waarvoor de 37-jarige man verantwoordelijk wordt gehouden, begon in 2019. De 37-jarige verdachte zou in het voorjaar van 2019 1,2 miljoen euro van de directie hebben geëist, met de mededeling dat er anders een medewerker geliquideerd zou worden.
In oktober en november 2020 volgden daadwerkelijk aanslagen met vuurwerkbommen op woningen van familie en medewerkers van het fruitbedrijf in Tiel, Breda, Rosmalen, Vlijmen, Kerkdriel en Hedel, waar een woonboerderij tot de grond toe afbrandde. In december werden twee aanslagen op een woning in Hilversum tijdig door de politie verijdeld. In deze periode kreeg de directie ook nieuwe dreig- sms’jes, waarin 2,5 miljoen euro werd geëist.
In mei en juni 2021 volgden beschietingen op woningen in Kerkdriel, Hedel, Velddriel en Waardenburg. Op 5 juni werd brand gesticht bij een woning in Tiel, waarna vier uitvoerders op heterdaad zijn aangehouden.
Impact
De brandstichtingen, explosies en beschietingen van woningen verschillen onderling qua ernst en uitvoering. De kwalificaties die het OM eraan geeft, variëren van poging tot moord tot brandstichting, al dan niet met levensgevaar voor de bewoners.
In het requisitoir stond de officier van justitie uitgebreid stil bij de impact die de incidenten hebben gehad: ‘Honderden onschuldige gezinnen van werknemers van het fruitbedrijf leven al jaren in angst en vrees in hun eigen woning, juist een plek waar iedereen zich veilig wil kunnen voelen.’
Deze vrees konden politie en OM niet wegnemen: ‘Grootscheepse beveiligingsacties, persoonsbeveiligingen, nachtelijke controles op de A2, het met alle mogelijke middelen afgrendelen van de Bommelerwaard, en de aanhoudingen van verdachten, dat alles heeft immers niet kunnen voorkomen dat de aanslagen bleven doorgaan.’
De hoofdverdachte heeft naar het oordeel van het OM ook het leven van de uitvoerders verwoest: ‘De uitvoerders lijken vrij achteloos te zijn geworven onder jonge jongens, die een rad voor ogen werd gedraaid. Ze zouden geld krijgen en er werd ze van alles voorgespiegeld, als de afpersing eenmaal was gelukt. Maar in de bittere werkelijkheid hebben de uitvoerders in de meeste gevallen helemaal niks gekregen of een paar schamele centen.’
Oplichter
Met de handelwijze bevestigt de verdachte volgens het OM zijn reputatie als meesteroplichter, zoals die ook blijkt uit zijn strafblad.
‘De verdachte heeft daarbij gebruik gemaakt van het door hemzelf gecreëerde frame dat de directie van het bedrijf zich zou hebben ingelaten met internationale drugshandel en nu zou worden afgeperst door een groep drugscriminelen die hen in de greep heeft’, aldus de officier van justitie. Van betrokkenheid van het bedrijf bij drugshandel is uit het politieonderzoek niets gebleken. ‘Maar door de succesvolle promotie van dit beeld is de angst onder de samenleving aanmerkelijk versterkt. Immers, juist de georganiseerde drugscriminelen boezemen met hun opgebouwde macht, organisatie en financiële middelen veel angst in.’
Naar het oordeel van het OM heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan de uitlokking van 15 aanslagen waarvan er 9 gekwalificeerd worden als uitlokking van poging tot moord en 1 als een mislukte uitlokking tot moord. Hiernaast heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan langdurige afpersingshandelingen gedurende twee periodes.
Bij de strafmaat houdt het OM rekening met dit hoge aantal gepleegde aanslagen en de ernst ervan. Ook weegt mee dat hij na zijn aanhouding in detentie is doorgegaan met organiseren van aanslagen. Het strafmaximum voor deze samenstelling van feiten ligt op 26 jaar en 7 maanden. Het OM ziet geen reden om hiervan af te wijken en vraagt de rechtbank deze straf op te leggen.