DEN BOSCH - Een 22-jarige vrouw verkeerde vorig jaar oktober in een psychose toen zij haar halfzus in 's-Hertogenbosch om het leven bracht. De rechtbank Oost-Brabant beschouwt haar als volledig ontoerekeningsvatbaar en kan daarom geen gevangenisstraf opleggen. Wel krijgt zij terbeschikkingstelling (tbs) met voorwaarden opgelegd. Ook na dat langdurige behandeltraject kan zij zo nodig onder intensief toezicht blijven staan.
De verdachte kwam in oktober 2021 thuis van een feestje en ging vervolgens op bed liggen, waar ze onder haar kussen een mes had liggen. Na een tijdje ging ze op de overloop zitten. Toen ze haar halfzus hoorde aankomen, stond de verdachte op en stak ze het slachtoffer in haar hals en bovenbeen. Ze achtervolgde het slachtoffer toen zij naar de buren vluchtte en stak in de woning van de buren veelvuldig op haar in. Uiteindelijk ging ze naar huis om haar telefoon te halen om een deel van het incident via Instagram te livestreamen. Ook stak ze de hond van de buren, die daardoor later kwam te overlijden.
Volgens de rechtbank was er geen sprake van een plotselinge drift bij de verdachte en handelde zij met enige vorm van planmatigheid en met een vooropgezet plan. Dit maakt dat sprake is van moord. De verdachte is echter niet strafbaar en wordt ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat zij volledig ontoerekeningsvatbaar is. Op het moment van het incident verkeerde de verdachte volgens een psychiater en psycholoog namelijk in een psychose. Een stem in haar hoofd zei haar een mes te pakken omdat haar halfzus haar zou gaan aanvallen. Diezelfde stem gaf haar later opdracht het slachtoffer zélf uit te schakelen.
Tbs met voorwaarden
De deskundigen stellen dat er een grote kans op herhaling is als de verdachte niet wordt behandeld aan haar psychische problemen. Het opleggen van een behandeling is om de maatschappij te beschermen en moet daarom toegesneden zijn op dat wat nodig is om de kans op herhaling terug te dringen. Dat betekent dat het niet automatisch zo is dat de ernstigste delicten vragen om de zwaarste maatregel. Tbs met dwangverpleging, zoals door de officier van justitie geëist, wordt opgelegd als moet worden aangenomen dat een verdachte zich niet zal houden aan eventueel op te leggen voorwaarden. In dit geval is daar geen sprake van. De rechtbank gelooft net als de deskundigen dat de verdachte zich hiervoor in wil zeggen. Tbs met dwangverpleging zou in dit geval zelfs schadelijk kunnen zijn, omdat in een dergelijke setting minder mogelijkheden zijn om relatief snel weer te herstellen. Daarbij weegt mee dat het grootste deel van de kans op herhaling al weggenomen kan worden door het gebruik van medicatie. De rechtbank legt daarom tbs met voorwaarden op. Dit moet ervoor zorgen dat zij geen andere slachtoffers kan maken.
De voorwaarden waaraan de verdachte zich moet houden zijn onder meer opname in een zorginstelling, een ambulante behandeling, begeleid wonen, een alcohol- en drugsverbod en een contactverbod met de vader van haar halfzus.
Omdat tbs met voorwaarden maximaal 9 jaar kan duren en de rechtbank nu niet kan overzien hoe lang het behandeltraject zal duren, krijgt de verdachte ook een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd. Dit betekent dat deskundigen tegen het einde van de celstraf moeten beoordelen hoe groot de kans op herhaling nog is en welke behandeling of toezicht moet volgen om de maatschappij zo goed mogelijk tegen de verdachte te beschermen. De rechtbank kan dat vervolgens alsnog opleggen.