OSS - De rechtbank Oost-Brabant spreekt een 33-jarige man uit Oss vrij voor betrokkenheid bij het in brand steken van een gasverdeelstation in zijn woonplaats. Het is niet met zekerheid vast te stellen dat hij degene was die zwaar vuurwerk afstak waardoor de brand ontstond.
Volgens de officier van justitie is het duidelijk dat de verdachte op nieuwjaarsdag van dit jaar naar het gasverdeelstation liep en daar zwaar vuurwerk afstak, zodat het station vrijwel geheel uitbrandde. De verdachte ontkent dit. De rechtbank ziet dat het strafdossier aanwijzingen bevat voor de betrokkenheid van de verdachte bij de brand. Op camerabeelden is immers te zien dat de dader meerdere keren vanaf de oprit van de verdachte naar het gasverdeelstation liep. Ook passen zijn lengte, postuur en kleding in het signalement en gedroeg de verdachte zich vlak na het voorval erg opvallend tegenover zijn buurvrouw. Maar er is geen concreet bewijs. Op de camerabeelden is het gezicht van de dader namelijk niet te herkennen. Ook zijn op de beelden niet voldoende duidelijke, specifieke en onderscheidende persoonskenmerken te zien om de dader te kunnen identificeren. En uit tapgesprekken tussen de verdachte en zijn vriendin kwam ook geen direct en concreet bewijs naar voren. Dit alles maakt dat niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat het de verdachte was die het vuurwerk aanstak. Daarom spreekt de rechtbank hem vrij van brandstichting.
De verdachte is wel schuldig aan het bezit van een verboden wapen. In zijn woning trof de politie namelijk een geluiddemper voor een vuurwapen aan. Hiervoor zou een geldboete van 450 euro op zijn plaats zijn. Omdat de verdachte in deze zaak 160 dagen in voorlopige hechtenis heeft gezeten, vindt de rechtbank het niet nodig hem te straffen voor het bezit van de geluiddemper. Dit betekent dat hij geen geldboete hoeft te betalen, maar wel een vermelding op zijn strafblad krijgt.