DEN BOSCH - Het college wil met nog eens 1 miljoen euro de culturele sector in ’s-Hertogenbosch ondersteunen. Geld om professionele organisaties en amateurkunstverenigingen te helpen. Het geld hebben we van het Rijk ontvangen.
De steun gaat vooral naar organisaties die een subsidierelatie hebben met de gemeente, en niet in aanmerking komen voor subsidie van de provincie en/ of het Rijk. Voor steun aan deze organisaties, groot en klein, heeft het college 750.000 euro gereserveerd. Startende makers kunnen ook rekenen op financiële steun.
Speciale aandacht voor startende makers
Uit landelijk onderzoek blijkt dat juist startende makers extra hard getroffen zijn door de corona maatregelen. Zij kunnen vaak geen steun aanvragen bij provinciale en landelijke fondsen. Onder andere omdat startende makers nauwelijks een arbeidsverleden hebben. Terwijl dit meestal een voorwaarde is.
Wethouder Van der Geld (Cultuur): “Ons culturele veld heeft het zwaar. In Nederland en ook in ’s-Hertogenbosch. Deze impuls helpt om de sector er weer bovenop te helpen, en dat is nodig. Voor een goede basis en dynamiek in de cultuursector is het ook belangrijk dat er nieuwe makers bijkomen. Dat ze zich als kunstenaar ontwikkelen en niet een ander beroep gaan uitoefenen. Zo bouwen we samen aan de toekomst van Cultuurstad van het Zuiden”.
Startende makers kunnen – wanneer de gemeenteraad instemt met het voorstel van het college - vanaf 13 oktober een subsidie aanvragen. De subsidie is bedoeld om hun beroep (opnieuw) te kunnen opstarten. De makers moeten wel in ’s-Hertogenbosch wonen en korter dan 10 jaar geleden zijn afgestudeerd. Subsidie kan worden aangevraagd voor het maken en presenteren van nieuw werk. Maar ook bijvoorbeeld voor het volgen van een cursus of opleiding.
Binnen de nieuwe regeling is het ook mogelijk dat culturele organisaties een aanvraag doen om startende makers in ’s-Hertogenbosch een opdracht te geven. Het college heeft aan de gemeenteraad voorgesteld voor de subsidieregeling 250.000 euro vrij te maken. De raad neemt hierover op 12 oktober een besluit.